In het beenmerg worden nieuwe bloedcellen aangemaakt. Door de behandeling kan de aanmaak van nieuwe bloedcellen door het beenmerg verminderen. Dan treedt een tekort aan verschillende bloedcellen op. Meestal merkt u daar weinig of niets van, maar het is wel belangrijk te weten op welke signalen of veranderingen u moet letten.
Beenmerg - bloedarmoede
Bloedarmoede is een tekort aan rode bloedcellen. Een ander woord hiervoor is anemie.
Klachten kunnen zijn:
kortademigheid en vermoeidheid, zelfs als u maar heel weinig hebt gedaan
het zwart voor de ogen zien bij opstaan uit bed of stoel
bleekheid, lusteloosheid
duizeligheid, hoofdpijn
niet goed kunnen slapen
niet goed kunnen concentreren
hartklachten of hartkloppingen
koud gevoel, transpireren
Advies
U kunt hier zelf niets aan doen. Deze vorm van bloedarmoede (die ontstaat door de behandeling van kanker) is niet te behandelen door anders te gaan eten dan u gewend bent. Daarom is het raadzaam om bij bovengenoemde klachten contact op te nemen met uw behandelend arts.
Beenmerg - tekort aan bloedplaatjes
Door de behandeling kan er een tekort aan bloedplaatjes in het bloed ontstaan. Dit heet trombocytopenie. Bloedplaatjes (een ander woord is trombocyten) spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Door een daling van het aantal bloedplaatjes is het bloed dunner en stolt het minder snel.
Klachten kunnen zijn:
sneller een bloedneus krijgen
blauwe plekken
bloed bij plassen
bloed bij hoesten
bloedend tandvlees
puntvormige bloedinkjes in de huid
bloed bij braken
bloed in de ontlasting
bij vrouwen kan de menstruatie anders zijn
heel soms spontane bloedingen
Advies
Heeft u last van één of meer van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met de behandelend arts.
Wat kunt u zelf doen:
pas op met stoten (blauwe plekken) en krab geen wondjes open
als u een wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht (bijv. met een steriel gaasje)
gebruik geen scherpe voorwerpen (elektrisch scheren is beter dan met een mesje)
probeer de ontlasting soepel te houden door veel te drinken. Veel betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
gebruik bij het tandenpoetsen een zachte borstel
neem de temperatuur op onder de arm of met een oorthermometer (en niet via de anus)
Beenmerg - tekort aan witte bloedcellen
Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen in uw bloed optreden. Een ander woord voor witte bloedcellen is leukocyten. Witte bloedcellen zorgen voor afweer tegen infecties. Heeft u te weinig witte bloedcellen, dan krijgt u eerder infecties. Ook verlopen de infecties heftiger dan normaal. Na het starten van de kuur komt er een moment dat u de minste witte bloedcellen heeft, dit noemen we de dipperiode.
Heeft u een infectie, dan kunt u verschillende klachten krijgen:
een lichaamstemperatuur van 38,5 ºC of hoger, soms met koude rillingen
slijm ophoesten
pijn bij het plassen
troebele urine
vaker plassen
pijnlijke plekken in de mond of pijn bij het slikken
buikpijn
diarree
Welke klachten u krijgt, hangt af van de plaats van de infectie.
Advies
Er is wel een aantal maatregelen dat u kunt nemen om de kans op infecties in een dipperiode zoveel mogelijk tegen te gaan.
als u een van bovengenoemde klachten heeft, meet dan uw temperatuur
als u een van bovengenoemde klachten heeft en/of een temperatuur van 38,5 °C of hoger, neem dan contact op met uw behandelend arts
zorg voor een goede lichaamshygiëne (ga een keertje vaker onder de douche of in bad)
controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen: roodheid, warmte, zwelling en pijn
een goede mondverzorging is belangrijk
probeer vooral in de dipperiode uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf; ga mensen die verkouden zijn of griep hebben zo veel mogelijk uit de weg
mijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals het openbaar vervoer, winkels, voetbalstadia en kerken
uw voeding kan ook een infectiebron zijn, houd hier rekening mee bij wat u eet tijdens een dipperiode
Bloeddruk
Door de behandeling kan uw bloeddruk verhogen of juist verlagen.
Bloeddruk - verlaagde
Heeft u een lage bloeddruk, dan merkt u dat meestal bij het plotseling opstaan. U voelt zich slap en duizelig. Soms kunt u zelfs flauwvallen.
Advies
meld klachten die wijzen op een verlaagde bloeddruk bij uw behandelend arts
u kunt de klachten verlichten of proberen te voorkomen door rustig op te staan of langzaam van houding te veranderen.
Buikpijn
Door de behandeling kunt u pijn in de buik krijgen. Dat kan van de maagstreek tot in de onderbuik zijn.
Darmen
Door de behandeling kunt u last krijgen van uw darmen. Iedereen heeft een ander ontlastingspatroon. Het is belangrijk dat uw stoelgang regelmatig is en niet te veel afwijkt van het patroon dat u voor de behandeling had.
Darmen - diarree
Diarree is een waterige dunne ontlasting waarvoor u meer dan 4 keer per dag naar het toilet moet. De opname van vocht en voedingsstoffen in uw darmen is dan verstoord. Dat komt door irritatie van het slijmvlies van de darm en door een verandering in de stofwisseling van de dunne darm. Bij diarree worden voedingsstoffen in de darmen minder goed opgenomen.
Klachten kunnen zijn:
buikpijn/buikkrampen
vaak aandrang om het toilet te bezoeken
dunne ontlasting
Advies
als u last heeft van diarree is het belangrijk dat u veel drinkt om het vochtverlies aan te vullen en om uitdroging te voorkomen. Dit betekent dat u ongeveer 2 liter per dag moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers
het beste is om water, thee, bouillon (vooral zout) te drinken om de tekorten aan te vullen die de diarree veroorzaken
probeer prikkelende of scherpe voeding te vermijden.
eet geen grote maaltijden en geen vet, geen grove vezels en gasvormende producten, zoals ui, knoflook, kool, prei.
drink geen koolzuurhoudende drank (met prik), geen koffie en geen alcohol
een stoppend dieet heeft geen effect
vraag zo nodig advies aan een diëtist
Neem bij de volgende klachten contact op met uw behandeld arts:
als u diarree heeft die langer dan 24 uur aanhoudt
als er bloed bij de ontlasting zit
als u diarree heeft in combinatie met braken
Gehoorafwijkingen
Door de behandeling kan het zijn dat u slechter hoort dan u gewend bent. Ook kunt u last krijgen van oorsuizingen. Met behulp van een audiogram (gehooronderzoek) worden de klachten onderzocht (gemeten).
Advies
U kunt zelf niets doen om deze klachten te voorkomen. Oorsuizingen gaan meestal vanzelf over. Maar doofheid gaat niet van zelf over. Heeft u klachten aan uw gehoor, dan is het belangrijk om deze met uw behandelend arts te bespreken.
Grieperig gevoel, spierpijn
Door de behandeling kunt u een grieperig gevoel krijgen. Klachten hierbij kunnen zijn:
algehele malaise
koorts
hoofdpijn
verminderde eetlust
spierpijn (overal in het lichaam, zoals nekpijn, rugpijn, beklemmend gevoel op de borst, pijn aan de ledematen etc)
gewrichtspijn
te hoge spierspanning (spierspasmen)
pijn in de botten (botpijn)
Het grieperig gevoel is meestal van korte duur. Het begint enige uren na de toediening van de medicijnen, houdt 1 tot 2 dagen aan en verdwijnt meestal weer spontaan.
Advies
neem de temperatuur op wanneer u zich niet goed voelt of last heeft van koude rillingen. Heeft u een temperatuur van 38,5 ºC of meer? Neem dan contact op met uw behandelend arts. Misschien heeft u dan een bijkomende infectie.
u kunt 500 tot 1000 mg paracetamol gebruiken tegen hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten (maximaal 3 maal daags tot een dagmaximum van 3000 mg)
nemen de griepverschijnselen in de dagen na de behandeling niet af of wordt het zelfs erger? Neem dan contact op met uw behandelend arts.
Haar
Door de behandeling kan uw haar uitvallen. Door haaruitval kunt u een gevoelige of pijnlijke hoofdhuid krijgen.
Als de behandeling is gestopt, zal uw haar na ongeveer een maand weer gaan groeien. Meestal is de haargroei na enkele maanden goed hersteld.
Haar - Haaruitval
Haaruitval (ook wel alopecia genoemd) is de meest zichtbare bijwerking van chemotherapie. Hoe komt het dat haar volledig of in mindere mate uitvalt? Kankercellen hebben de eigenschap om zich snel te delen. Het doel van chemotherapie is om de snel delende cellen te vernietigen of de groei ervan te vertragen. Daarbij treft de chemotherapie ook gezonde cellen die zich snel delen, zoals de cellen die in onze haarzakjes voor de haargroei zorgen. Met als gevolg: complete haaruitval of dunner wordend haar.
Behalve hoofdhaar kunnen ook wenkbrauwen, wimpers, oksel-, lichaams- en schaamharen uitvallen. Uw hoofdhuid kan gevoelig of pijnlijk aanvoelen. Haaruitval begint meestal enkele weken na toediening van medicijnen.
De haaruitval die door de behandeling veroorzaakt wordt, is meestal tijdelijk. Het haar begint binnen enkele weken tot maanden na het stoppen van de chemokuur weer te groeien. Wanneer uw haar weer aangroeit, kan het anders zijn dan uw oorspronkelijke haar was, zoals: de kleur, het haar kan sluiker zijn of juist meer krullen hebben. Meestal is dit tijdelijk. In enkele uitzonderlijke gevallen is de haaruitval blijvend.
Sommige medicijnen veroorzaken volledige haaruitval. Bij andere medicijnen valt het haar niet volledig uit maar kan wel dunner worden. Uw arts kan u informeren over de mate van haarverlies uw behandeling mogelijk veroorzaakt. Ook kunt u informeren of hoofdhuidkoeling mogelijk is om haaruitval zoveel mogelijk te beperken.
Advies
uitvallen van veel haar tegelijk vinden de meeste mensen heel vervelend; u kunt van te voren alvast uw haar kort knippen
als uw haar is uitgevallen, kunt u een pruik dragen
een haarwerkspecialist kan u helpen bij het kiezen van een haarstukje of pruik
vraag om advies voordat uw haar dunner wordt, dan is goed te zien welke coupe en kleur u gewend bent
uw eigen kapper en de verpleegkundigen zullen u informeren over adressen van haarwerkspecialisten
synthetische pruiken zijn vaak net zo mooi als pruiken van echt haar. Ze zijn bovendien lichter van gewicht, makkelijker in onderhoud en goedkoper. Laat u in ieder geval goed voorlichten.
(een deel van) de kosten voor een pruik of haarstukje wordt vergoed door uw ziektekostenverzekeraar. Informeer ernaar voordat u iets koopt.
wilt u geen pruik dragen? Een goed alternatief is een pet, sjaal of muts.
tegenwoordig kan tijdens de behandeling in het ziekenhuis hoofdhuidkoeling worden gegeven, om haaruitval zoveel mogelijk tegen te gaan. Informeer naar de mogelijkheden binnen uw ziekenhuis.
Door de behandeling bestaat een verhoogde gevoeligheid voor infectie. Door het onderdrukken van het afweersysteem (immunosuppressie) worden koorts en tekenen van infecties onderdrukt. Soms kan het voorkomen dat u niet of minder snel in de gaten heeft dat u een infectie ontwikkelt. Als u een infectie krijgt, heeft u vaak last van vermoeidheid en een algemeen ziek gevoel.
Een infectie betekent het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in het lichaam die zich hier vermenigvuldigen. Voorbeelden van deze micro-organismen zijn virussen, bacteriën, parasieten en schimmels.
Bekende voorbeelden van infecties zijn:
urineweginfectie (bijv. blaasontsteking)
luchtweginfectie (bijv. keelontsteking of longontsteking)
buikgriep
infectie onder de huid
koortslip
Advies
vermijd contact met zieke mensen en grote groepen
zorg voor een goede lichaamshygiëne
zorg voor een goede mondverzorging door 4x per dag de tanden te poetsen en de mond regelmatig te spoelen
bij een temperatuur boven de 38,5 ºC moet u direct contact opnemen met uw behandelend arts of verpleegkundige
Koorts
Koorts is een verhoging van de lichaamstemperatuur boven de 38,5°C. Door de behandeling kan koorts ontstaan. Dat kan ook pas een aantal dagen na toediening.
Advies
bij koorts heeft het lichaam extra vocht nodig. Door koorts en zweten, verliest u meer vocht dan gewoonlijk. Daarom is het belangrijk dat u voldoende drinkt. Voldoende betekent dat u per dag 1½ tot 2 liter moet drinken; dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag
alleen op advies van uw behandelend arts dagelijks 2 tot 4 tabletten (dd 1000 mg) paracetamol innemen tegen de koorts.
heeft u koorts van 38,5 ºC of hoger, neem dan direct contact op met uw behandelend arts
Krachtsvermindering
Door de behandeling kan de kracht in uw armen en benen verminderen. De volgende klachten kunnen voorkomen:
u voelt zich slapper dan normaal
het evenwicht kan verstoord raken
u heeft minder uithoudingsvermogen
u kunt eerder vermoeid zijn dan normaal
Advies
blijf lichamelijk actief, maar verdeel uw energie over de dag
houd uw conditie op peil
Minder eetlust
Uw behandeling kan zorgen voor verminderde eetlust Meestal is dit tijdelijk. Als u vermagert binnen korte tijd, dan heeft dat een negatief effect op de algemene gezondheidstoestand. In een goede voedingstoestand kunt u de behandeling doorgaans beter aan en heeft u minder kans op complicaties.
Om uw gewicht en conditie op peil te houden, moet u voldoende energie (calorieën), eiwitten, vocht en voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen binnen krijgen.
Advies
Controleer uw gewicht. Door uzelf regelmatig te wegen, bijvoorbeeld één keer per week, kunt u bijhouden of u afvalt.
Tips om de eetlust weer op te wekken:
probeer eens andere eetwaren uit of maak het eten eens op een andere manier klaar
als u geen zin heeft om te koken, vraag dan iemand anders om dat te doen
beweeg regelmatig en ga regelmatig een frisse neus halen
zorg dat u altijd een tussendoortje op zak heeft als u ergens naar toe gaat
neem de maaltijden in een rustige en aangename omgeving
vergeet ook hapjes en drankjes niet zoals vruchtensap, schijfjes appel, kauwgom, bouillon enz.
drink niet vlak voor de maaltijd anders neemt de eetlust af. Maar drink wel veel tijdens de maaltijd. Kauw goed op elke hap (met de mond dicht zodat er geen extra lucht bijkomt)
Door de behandeling kunt u last krijgen van misselijkheid en braken.
U kunt de volgende klachten krijgen:
kokhalzen en braken
weinig of geen eetlust
maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn
buikpijn of -krampen, opgezette buik, rommelingen in de buik
dorst
Medicijnen kunnen misselijkheid en braken verminderen of voorkomen. Het is belangrijk dat u de medicijnen altijd inneemt zoals u met uw behandelend arts hebt besproken. Houdt u aan de vaste tijden om de medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.
Advies
gebruik vaker een kleine maaltijd. Probeer een lege maag te vermijden door regelmatig een kleinigheidje te eten, zoals een cracker of beschuit of een schaaltje yoghurt
Ochtendmisselijkheid vermindert soms na het eten van een toastje of beschuit voor het opstaan. Leg in de avond bijvoorbeeld een pakje toastjes klaar naast het bed of een pakje met soepstengels en smeerkaas
pas de maaltijden aan, neem geen producten die de misselijkheid vergroten
drink veel, tenminste 1,5 liter per dag. Dit zijn 14 kopjes of 12 bekers per dag
door op iets te zuigen, gaan de speekselklieren werken. Dit voorkomt een droge mond en een vieze smaak in de mond. Denk aan (suikervrije) zuurtjes, ijsklontje, waterijsje, zachte stukjes fruit en dropjes
probeer of het drinken van koolzuurhoudende dranken helpt. De koolzuur kan helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren en zo een vol gevoel te verlichten. Neem de koolzuurhoudende drank niet te koud, dit kan weer maagklachten geven
zorg voor een rustige omgeving en frisse lucht. Drukte en nare luchtjes kunnen de misselijkheid verergeren. Maak, wanneer mogelijk, een korte wandeling buiten. Dit kan helpen om de misselijkheid te verminderen en het eten na een maaltijd te laten zaken. Blijf uit de keuken waar net eten is klaargemaakt en ventileer uw woning goed
probeer gerechten die koud of op kamertemperatuur zijn, deze worden vaak beter verdragen. Laat warme voedingsmiddelen en dranken afkoelen tot ze lauwwarm zijn
neem een goede houding aan. Ga wanneer mogelijk rechtop zitten tijdens de maaltijd of probeer met het bovenste deel van het lichaam rechtop te zitten Ga niet meteen na de maaltijd weer liggen. Blijf tot een half uur na de maaltijd rechtop zitten. De maaltijd kan zo beter zakken en dat beperkt de misselijkheid
Door de behandeling kan nierweefsel beschadigen, waardoor de functie van de nier achteruit gaat. Nierproblemen kunt u merken aan:
het vasthouden van vocht (dikke vingers, enkels of zwaarder worden)
weinig of niet meer kunnen plassen.
Advies
Het is zeer belangrijk dat u thuis voldoende drinkt, minstens 1½ tot 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag.
Om uw nierfunctie te meten, wordt voor iedere kuur uw bloed en soms ook uw urine onderzocht.
Heeft u een van de volgende klachten, neem dan contact op met uw behandelend arts.
als u niet voldoende kunt drinken, minder dan 1½ tot 2 liter per dag
als u tekenen van uitdroging vertoont. Dit merkt u aan een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur urine.
Overgevoeligheid (allergie)
De behandeling kan een allergische reactie geven. Meestal ontstaan allergische klachten direct na het innemen of toediening van medicijnen. Soms pas na enkele uren. Een allergische reactie begint vaak met:
roodheid en huiduitslag, soms met jeuk over het hele lichaam
kuchen
onrust
Wat later kunnen de volgende klachten optreden:
bleek zien
gezwollen oogleden en een opgezet gezicht
beklemmend gevoel op de borst
duizeligheid (door daling van de bloeddruk)
rillen
misselijkheid en darmkrampen
kortademigheid
gevoel van onrust
Advies
het is belangrijk dat u eventuele klachten tijdens de behandeling zo snel mogelijk meldt aan uw behandelend arts. De toediening van de medicatie wordt zo nodig tijdelijk onderbroken of gestopt. Ook kan het zijn dat u medicijnen krijgt toegediend om verergering van de klachten te voorkomen; ze verdwijnen dan meestal snel.
Pijnlijke mond en keel
Door de behandeling kan het slijmvlies in uw mond of keel:
geirriteerd raken
beschadigen
ontsteken
Klachten waaraan u dat merkt, zijn:
droge mond
brandend gevoel in mond of keel
brandende tong
pijnlijke lippen
gevoeligheid voor de temperatuur van eten en drinken
gevoeligheid bij het eten of drinken van zure of gekruide spijzen en dranken
snel bloedend tandvlees, tandpijn
slechte adem
kans op tandbederf
keelpijn
slikproblemen
roodheid
Advies
overweeg voor het starten van de behandeling naar de tandarts te gaan, voor een goed verzorgd en gezond gebit
als u tijdens de behandeling naar de tandarts moet, meld dan altijd dat u chemotherapie krijgt
verzorg uw mond goed
Tips voor een goede mondverzorging:
poets 2 tot 4 keer per dag uw tanden
gebruik een zachte tandenborstel, eventueel een elektrische borstel of natte gazen i.p.v. een borstel
neem een tandpasta met fluoride, die niet irriteert
gebruik eventueel mentholvrije tandpasta
als poetsen (tijdelijk) niet goed kan, gebruik dan alcoholvrije chloorhexidine mondspoeling of –spray
reinig tussen de tanden alleen op de manier zoals u dit al gewend was, zonder het tandvlees hard te raken of te beschadigen
spoel of spray 4 tot 10 keer per dag uw mond met water of een zoutoplossing; spoel of spray ook na eventueel braken
drink koud water, dat kan de pijn verlichten
houd uw lippen schoon en houd ze vet met steriele vaseline uit een tube
draag uw gebitsprothese niet 's nachts en bewaar deze in een glas water
draag uw gebitsprothese helemaal niet als het mondslijmvlies ontstoken is
Als uw mondslijmvlies is beschadigd, neem dan contact op met uw behandelend arts. Het is ook verstandig contact op te nemen als u onvoldoende kunt eten of drinken.
Door de behandeling kan er schade aan zenuwcellen
optreden. De klachten kunnen heel verschillend van aard
zijn.
Zenuwstelsel - Zenuwbeschadigingen (neuropathie)
Door de behandeling kunnen zenuwcellen beschadigen. Als zenuwcellen zijn beschadigd, zullen er klachten optreden. Deze klachten zijn het ergst meteen na de behandeling, maar ze verminderen in de weken daarna. Het kan ook zijn dat de klachten pas enkele dagen na de behandeling beginnen. Ze verdwijnen meestal binnen enkele maanden; soms zijn ze blijvend.
De volgende klachten kunnen zich voordoen:
minder gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen
tintelingen in handen en/of voeten, vingers en/of tenen
een branderig of juist slapend gevoel in handen en/of voeten, vingers en/of tenen
minder kracht in armen of benen
pijnklachten van handen, voeten en huid bij koude omstandigheden
verlies fijne motoriek
Advies
vermijd contact met kou, zoals kou uit de koelkast of kou van buiten
Meld klachten aan uw behandelend arts. Indien nodig past deze de behandeling aan.